Verzamelen om 05.30 u bij Dany te Geldrop. De fietsen zijn gisteravond al gedropt en door Tiny op de clubaanhanger gemanoeuvreerd. Er passen er maar liefst tien op. Twee gaan er op de separate fietsendrager bij Norbert. Nico en Frank zijn reeds een week eerder op eigen gelegenheid op trainingskamp in Zuid-Frankrijk en komen rechtsreeks door naar Saint Christol D’Albion.
Even na 06.00u rijden we met drie auto’s Geldrop uit. It goat an! De route Du Soleil kennen we uit het hoofd maar Luik zal nooit wennen. Vooral niet voor zuinige Hollanders die zonodig dwars door Luik moeten. Alsof het tunneltracé in de E25 rondom Luik voor niks is aangelegd. Maar het moet gezegd: de Belgen lopen mooi op ons voor. Onze A2 door Maastricht is immers nog niet zo ver.
We pauzeren in Beaune. Even van de tolweg af, tanken en eten bij de Carrefour en verder. De temperatuur begint al goede vormen aan te nemen. Het tweede stuk schiet wat minder op. Bij Lyon staan delen van de weg door de tunnel afgekruist. Grootschalig wordt dat door de Fransen aan de laars gelapt. Geërgerd verwonderen we ons over de gebrekkige mate van handhaving door de Franse gendarmerie. Thijs weet de reden: ”vroeger stonden hier twee politieagenten, maar die zijn overleden aan koolmonoxide-vergiftiging.” Schaterlachend wordt de wachttijd opeens een stuk draaglijker.
Na een tijdje verder zuidwaarts zien we Hem opeens liggen: De Kale Berg piept net tussen de heuvels door. Voor de komende week zal hij ons baken zijn. In welke stemming zal hij zijn als we hem bestijgen? Niemand van ons gezelschap zit te wachten op een vette Mistral, sompige mist of regen op de flanken van de Ventoux. De weersverwachtingen zijn uitmuntend. Het gaat helemaal goed komen.
Als we de snelweg afrijden bij Orange is het nog een stukje binnendoor via Carpentras naar onze eindbestemming Saint Christol D’Albion.
Hotel Les Lavandins doet typisch Frans aan. Een tikje achterstallig onderhoud op cruciale representatieve onderdelen. Bij de entree staat de waterpartij droog en de enkele bloembak hangt er wat mistroostig bij. Hier mist een vrouwelijk oog in de hotelleiding. Daarmee is al het negatieve ook gezegd.
Mr le Patron heet ons hartelijk welkom. Geen typische hotelbaas. Bij de eerste aanblik bekruipt je vanuit puur mededogen het gevoel de man vooral rust te gunnen. De dikke donkere wallen onder zijn ogen, zijn warrige haardos, ongeschoren uiterlijk en casual kleding doen het ergste vrezen. Zoals bij een schilder zijn eigen kozijnen afbladderen, bij een pedagoog thuis de kinderen gillend over straat rennen, zo maakt deze hotelier blijkbaar zelf geen gebruik van een bed. We hebben echter geen klagen. Met het weinige personeel dat hij ter beschikking heeft loopt hij het vuur uit zijn sloffen en zal hij ons dag na dag zeer goed verzorgen.
Frank en Nico wachten ons inmiddels doorgebruind op aan een terrastafeltje. Binnen een uur na elkaar zijn alle voertuigen binnen en worden door Leon de kamersleutels uitgevent. De fietsen worden in een container achter het hotel als varkens naast elkaar opgehangen aan vleeshaken. Nico wordt gebombardeerd tot huisslager en zal de rest van de week de beheerder zijn van deze container.